Mirjams Simpele gerechten

Nagerecht

Nagerecht of dessert wordt gegeten na de warme maaltijd. Dit om een feestelijke afsluiting of juiste om een zoete nasmaak na de maaltijd.

Garneertips

een koude saus waaierbiscuit langevingerkoekje vruchtjes schuimkoekje slagroom taartgarnering nootjes De juiste dikte van een nagerecht: Vla: De massa vloeit meteen dicht Pudding: de massa vloeit langzaam dicht Saus: is dun en de pan bodem niet te zien. 10 regels voor het maken van een nagerecht: 1. Bak nagerechten van zelfrijzend bakmeel direct nadat het beslag klaar is; ze rijzen dan het best. 2. Voorkom klontjes bij het binden en beslag maken door goed te roeren of te kloppen met de handmixer. Toch klontjes? Zeef het dan. 3. Dunne flensjes blijven heel als je ze bakt in een pan die goed heet is. 4. Verdun te dikke vla met wat melk 5. Bijbinden is het handigste met maizena. Neem de pan van het vuur, giet de maizena gemengt met wat melk bij het nagerecht, roer het goed door en kook het weer heel even. 6. Zeven of binden kunnen nog iets reden van een nagerecht dat geklonterd is. 7. Een mooie niet te stevige pudding maak je door niet te royaal te zijn met bindmiddel. Reken voor een pudding di ej e de dag ervoor maakt 10% minder maizena. 8. Binden met eieren gaat het beste met eieren die op kamertemperatuur zijn. Verhit eieren in een pan met een dikke bodem 9. Een handmixer is handig voor het kloppen van eiwit, maar kloppen met een garde geeft een luchtiger resultaat. 10. Voorkom aangebrande pap door zachtjes te verhitten en af en toe in de pan te roeren.
Eet Smakelijk